Bioterrorisme is een veel besproken onderwerp. In 1995 werd een zenuwgas (sarin) verspreid in de ondergrondse van Tokio en in 2001 werd anthrax in de Verenigde Staten in postpakketten gevonden. Beide gebeurtenissen hebben tot grote commotie geleid. Er wordt gevreesd dat het effect van deze stoffen mild is vergeleken met wat terroristen werkelijk kunnen aanrichten. Als terroristen met de huidige moleculaire technieken in staat zijn biowapens te maken die infectieus en dodelijk zijn, kunnen de gevolgen desastreus zijn. Anthrax zou bijvoorbeeld nog gevaarlijker kunnen worden als deze bacterie resistent gemaakt zou worden tegen antibiotica. Het manipuleren van DNA is tegenwoordig algemene leerstof en wordt in menig laboratorium uitgevoerd. Micro-organismen kunnen de basisbestanddelen zijn van heilzame biologische producten, maar ze kunnen ook de basis vormen van biologische wapens. Wetenschappelijke ontwikkelingen vergroten de dreiging van bioterrorisme en daarom wordt de ontwikkeling, verspreiding en herkenning van nieuwe infectieuze organismen met grote aandacht gevolgd. Hoe goed is Nederland eigenlijk voorbereid als er een bioterroristische aanval plaatsvindt? Welke organismen bedreigen ons? Wat valt er te verwachten? En is de moleculaire biologie eigenlijk een vriend of eerder een vijand te noemen van het bioterrorisme?